was Mirza ghulam ahmed qadiani een moslim?

Vraag: was Mirza Ghulaam Ahmad Qadianie een moesliem?

In de Heilige Qur’aan beginnen een aantal verzen in de verschillende hoofdstukken met:

“Ya Ayyohallaziena amenoe ………….”. Vertaling: “O gelovigen!”

Wie zijn dan de gelovigen? Lees de volgende twee ahadith.

Hadith uit Sahih Bukhari sharief:

De Heilige Profeet Mohammed liep met zijn metgezellen toen zij een groep mensen zagen aankomen. De metgezellen vroegen aan de Heilige Profeet: “O Profeet, die groep mensen die daar aankomen lopen noemen zich moesliems, maar niet Ahle Sunnah (soennie). Wij noemen ons Ahle Sunnah moesliems, waarom?” De Profeet antwoordde: “Omdat jullie mijn volgelingen zijn.” Daarop vervolgde de metgezellen met de volgende vraag: “O Profeet, u zei dat moesliems naar het Paradijs gaan, gaan ook zij (degenen die zich dus geen Ahle Sunnah noemen) naar het Paradijs?” De Profeet antwoordde: “Nee, uitsluitend mijn volgelingen gaan naar het Paradijs!”

Hadith uit Sunan Abu Dawoed sharief:

De Heilige Profeet Mohammed vertelde aan zijn metgezellen : “De godsdienst van Moesa (Mozes) alaihis salaam zal opsplitsen in 71 stromingen, het geloof van Iesa (Jezus) alaihis salaam zal opsplitsen in 72 stromingen en mijn godsdienst zal opsplitsen in 73 stromingen, maar slechts één stroming (van mijn godsdienst) gaat naar het Paradijs.” De metgezellen vroegen: “O Profeet, welke stroming gaat met u naar het Paradijs? De Profeet antwoordde: “De grootste stroming.”

Inleiding

In 1974, islamitische schriftgeleerde wetenschappers uit 124 landen over de gehele wereld ontmoetten elkaar in Mekka (Makkah al-Mukarramah) onder voorzitterschap van Rabita-al-Alam al-Islami. Zij namen unaniem een resolutie aan, waarin MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE (met als bijnaam Tattie waala = bewoner van het scheithuis) en zijn volgelingen (Ahmadi(yyah) Movement/Qadianis/ Ahmadis/Mirzais/Lahoris) als afvallige ongelovige worden beschouwd én hebben de volgelingen van Mirza uit de schoot van de Islam geworpen. Sinds het laatste 100 jaar zijn alle religieuze wetenschappers uit Mekka, Madina (al Madinah wa al Munawwarah), Egypte, India, Pakistan en andere Arabische en moesliem landen verenigt in hun houding tegenover deze afvallige ongelovige. Zij beschouwen de Ahmadi Movement niet als een geloofsstroming binnen de islam.

Volgelingen van MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE noemen zichzelf AHMADI(YYAH) moesliems. Zij gaan speciaal naar gebieden (Centraal- en West-Afrika, het Verre Oosten en de Centraal Aziatische Moesliem Republieken), waar moesliems nog nooit gehoord hebben van MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE en zijn Ahmadi(yyah) Movement. Zij doen zich voor als (Soennie) moesliems, maken gebruik van hun uitgestrekte middelen van bestaan en het aanbieden van financiële en andere materiele ondersteuning en weten op deze seculiere wijze massa arme onwetende moesliems te misleiden en in hun val te strikken. Deze moesliems, meestal behorend bij de Ahle Sunnah wal Jamaah, hebben nog nooit gehoord van MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE en zijn sekte.

Zij zijn onbewust dat de gehele moesliem wereld deze sekte uit de schoot van de islam heeft geworpen en dus ongelovige zijn. Zij worden van Ahle Sunnah moesliems een Ahmadi moesliems (van gelovige tot ongelovige getransformeerd).

(Als Ahmadi’s moesliems zijn, waarom noemen zij zichzelf dan Ahmadi moesliems?)

Wie was MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE?

MIRZA GHULAAM AHMAD was in 1839 geboren in het dorpje Qadiaan ten noorden van het subcontinent India. Hij had de gewoonte om OPIUM te roken en WIJN te gebruiken en leed op een gegeven moment aan verschillende vormen van fysieke en mentale ziekten. Dit heeft duidelijk zijn weerslag gehad op zijn latere boekwerken. Van huis uit heeft hij enigszins religieus onderwijs gekregen voor een gering materiele gewin.

Hij claimde dat hij de beloofde MESSIAS, Mahdi, Profeet van de tweede komst van de heilige profeet Mohammed is, die opnieuw op aarde was teruggekeerd in de vorm van Mirza met de opdracht om de islam te propageren. Hij claimde ook dat hij de Openbaring (Wahi) ontving en noemde het vervolgens BRAHIEN-e-Ahmadiyyah alsof dat het boek van GOD is.

Britten kregen machtsproblemen in India wegens de onverzettelijke macht van de moesliems. MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE schreef boeken en pamfletten waarin hij trachtte Jihad af te schaffen en zich loyaal op te stellen tegenover de Britse overheersers; dit is duidelijk een daad van geloof. MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE richtte in 1889 zijn AHMADI MOVEMENT op en noemde zijn volgelingen AHMADI MOESLIEMS. Hij noemde iedereen die hem niet accepteerden en ook zijn (valse) profetische gave niet accepteerden een bastaard. MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE overleed in 1908, maar zijn beweging bleef sindsdien floreren.

Het anti-islamitische geloof van MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE

ROOHANI KHAZAIN is de titel voor zijn collectie boeken, uitgegeven door het hoofdkwartier van AHMADI MOVEMENT in Londen. MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE schreef 80 boeken gedurende zijn leven die een uitstekend inzicht geven in de denkwijze van de mens, maar ook hoe deze in de loop der tijd zijn geloof transformeerde van Islam naar een afvallige ongelovige.

Zijn eerste boeken bevatten hetzelfde geloof zoals in elk ander islamitisch boek, maar met de tijd onderging zijn geloof een dramatische verandering en zijn geschriften werden steeds meer en meer etterig en anti-islamitisch. Om te bewijzen dat hij en zijn AHMADI’s ook (soennie) moesliems zijn, maakt zijn movement propaganda via literatuur, die gewoonlijk afkomstig zijn uit zijn eerste boeken. AHMADI’s zullen meestal praten over de Heilige Qur’aan en de Ahadith, waardoor in eerste instantie MIRZA op de achtergrond blijft. Zij presenteren hem slechts als een hervormer (Mujaddid), Mahdi of Messias, afhankelijk van het type publiek waar tegenover ze prediken. MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE’s claim op zijn profetische gave wordt overigens door zijn volgelingen niet nadrukkelijk opgelegd. Het zijn en blijven toch huichelaars.

Wij zullen enkele passages uit zijn boeken extraheren, welke de basis vormen voor de islamitische geleerde om het geloof van MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE en zijn beweging als afvallige ongelovige te beschouwen. Deze passages zijn:

1. MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE schrijft in Izaala-e-Auham, Roohani Khazain, deel 3 pag. 114-472:

· De heilige Profeet Mohammed begreep de bedoeling van de Surah AL ZILZAL niet.

· Andere profeten hebben ook fouten gemaakt en hebbeb tevens gelogen[1].

· Hazrat Mohammed’s openbaring is ook op niets uitgelopen.

· Zijn openbaring informeerde Hazrat Mohammed niet over Ibni Maryam, Dadjaal, Khare Dadjaal, Yajoog Majoog en Daabatul Arz.

· Brahien-e-Ahmadiyya (wordt gezien als het boek van GOD dat in andere boeken van Mirza voorkomt, o.a. in Roohani Khazain deel 22 pag. 502.)

· “Inna Anzalnaaho Qareeban min al Qadian wa bil Haq anzalnaahu (geen twijfel mogelijk dat wij hem (Mirza) naar Qadian hebben gestuurd met de waarheid).” Deze openbaring, die onder andere in Brahien-e-Ahmadiyya staat, suggereert duidelijk en klaarblijkelijk dat de naam van Qadiaan is genoemd in de Qur’aan en Ahadith als een profetische voorspelling.

· Hij schrijft ook dat namen als Mekka, Medina en Qadiaan in de Qur’aan met respect genoemd zijn.

· De Heilige Qur’aan staat vol met onzedelijke woorden.[2]

2. MIRZA claimt verder:

· Hij (Mirza) is de tweede komst van de Heilige Profeet Mohammed , beter en superieur dan de eerste, die kwam. (Roohani Khazain deel 16 pag. 272).

· De Heilige Profeet Mohammed is opnieuw gekomen om de islam te propageren. (Roohani Khazain deel 17 pag. 249).

· Ahmadi’s moeten geen onderscheid maken tussen Mirza Ghulaam en Hazrat Mohammed, omdat iedereen, die onderscheid probeert te maken tussen mij en Moestafa (profeet Mohammad), mij niet erkent. (Roohani Khazain deel 16 pag. 171).

· Mirza’s WAHI (openbaring) vertelt hem dat: “Muhammadur Rasoolullah wallazeena ma’ahoo ashiddaohoo‘ ala alkuffar rohamao bainahum, in deze openbaring noemd GOD mij Mohammed en Rasoolullah.” (Roohani Khazain deel 18 pag. 207).

· Diegene die Mirza’s Jama’at volgt wordt een SAHAABI (metgezel). (Roohani Khazain deel 16 pag. 258-259).

· Aangezien Mirza geen ander is dan de Heilige Profeet Mohammed , weet een Ahmadi die de KALIMA TAYYIBAH opzegt, (van Muhammadur Rasoolullah ) dat niemand anders wordt bedoeld dan MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE.

3. Van MIRZA (zoon van Chiragh Bibi) naar Jezus (zoon van Maria)

Mirza is de zoon van Chiragh Bibi, maar hij beweert ook dat hij Jezus, de zoon van Maria (Iesa Ibni Maryam), is. Hij zegt dat GOD hem eerst in Maryam voor een periode van twee jaar had veranderd en na die twee jaar maakte GOD hem zwanger en blies vervolgens de ziel van Iesa in hem. Hij bleef 10 maanden zwanger, waarna GOD hem veranderde in Iesa, waardoor hij zowel Jezus als Maria was. (Roohani Khazain deel 19 pag. 87-89).

4. Mirza claimt echter ook:

· Hij is Masiel Masieh omdat hij ook zonder meer gaven heeft, zoals die aan Jezus was toegeschreven (Roohani Khazain deel 1 pag. 593).

· Hazrat Iesa is de zoon van Yousuf Najjar (Roohani Khazain deel 3 pag. 254).

· Jezus Hazrat Iesa was een gewone leugenaar, had de gewoonte om allerlei ontuchtigheden te zeggen, was een alcoholist, een gulzigaard en een slecht mens. Hij was geen vrome man en zeker niet iemand, die zocht naar de waarheid. Nee, hij was een trots en verwaand iemand, die het geloof beweerde te verkondigen. (Roohani Khazain deel 9 pag. 387, deel 11 pag. 289).

· Ik heb bepaalde gaven, die ook toegeschreven zijn aan Jezus. Mijn persoonlijkheid en die van Jezus zijn zoveel als twee stukken van dezelfde atoom of twee zaden van de zelfde boom. (Roohani Khazain deel 1 pag. 593).

· Jezus is dood en zal nooit meer terugkomen (Roohani Khazain deel 3 pag. 402).

· Een feit is dat Jezus geen wonderen verrichtte (Roohani Khazain deel 11 pag. 289).

· Drie grootmoeders van Jezus waren hoeren en overspelig, van welke het bloed in Jezus’s aderen stroomt. (Roohani Khazain deel 9 pag. 417).

· Jezus werd krankzinnig door epilepsie. (Roohani Khazain deel 9 pag. 417).

· Ik wilde dat Jezus nooit op deze wereld was gekomen. (Roohani Khazain deel 9 pag. 417) .

· Ik ben beter dan Jezus (de zoon van Maria). (Roohani Khazain deel 1 pag. 593 ).

5. Mirza schept op over:

· De Qur’aan is GOD’s boek en zijn de woorden uit mijn mond[3] (advertentie van 15 maart 1897, Roohani Khazain deel 22 pag. 87).

· Ik geloof in mijn WAHI (openbaring) zoals ik geloof in de Qur’aan en de Torah (Roohani Khazain deel 17 pag. 454).

· De basis voor onze claim is niet de Ahadith (overleveringen van profeet Mohammad) maar de Qur’aan en de WAHI die tot mij is gekomen. Ja, als ondersteuning citeren wij ook uit de Hadith, welke overeenkomen met de Qur’aan en die niet in strijd zijn met mijn WAHI. De rest van de Ahadith, die gooi ik weg als een stuk vuil papier. (Roohani Khazain deel 19 pag.140).

· Bait-ul-Zikr (een moskee liggend aan Bait-ul-Fikr; een werkkamer waar Mirza zat en zijn boeken schreef) is gelijk aan de HARAM-e-Ka’aba (de beroemde moskee in Mekka). ‘Wa man dakhalahookaan amina, degene die mijn werkkamer binnentreedt is in vrede’. (Roohani Khazain deel 1 pag. 666-667).

· Vers 17:1 van de Heilige Qur’aan: “Zegen ALLAH, die zijn dienaar in een nachtelijke reis bracht van Masjid Haram (de beroemde moskee in Mekka) naar Masjid Aqsa (moskee in Jerusalem).” Het is de werkelijke en letterlijke toepassing van de moskee, die Mirza’s vader heeft gebouwd[4]. (Collectie van Advertenties deel 3 pag. 286).

6. Mirza kondigde aan:

· Ik ben Adam, ik ben Noah, ik ben Abraham, ik ben Isaac, ik ben Jacob, ik ben Ishmael, ik ben Mozes, ik ben Jezus (zoon van Maria), ik ben Mohammed. (Roohani Khazain deel 22 pag. 521).

· De Ware GOD is degene die zijn boodschapper heeft gestuurd naar Qadiaan. (Roohani Khazain deel 18 pag. 231).

7. Mirza verklaarde:

· Behalve de kinderen van hoeren, wiens harten zijn gesloten voor GOD, heeft iedereen me geaccepteerd en gelooft in mijn profetische gave. (Aina-e-Kamalate Islam, Roohani Khazain deel 5 pag. 547).

· Hij, die niet gelooft in Mirza Ghulaam Ahmad Qadianie, is ongehoorzaam aan GOD en zijn Profeet (hij bedoeld zichzelf), en zal naar de hel gaan. (Advertentie van Mirza d.d. 25 mei 1900).  

· Ik ben een zelfingeplante en zelfgecultiveerde zaailing van de Britse regering. De regering moet grote zorg betrachten tegenover deze zelfingeplante zaailing, moet zijn officieren instrueren om mij en mijn JAMA’AT met exclusief vriendelijkheid te behandelen en gunsten te geven. Onze familie is nooit afvallig geweest omdat zij hun bloed hebben laten vloeien voor de Britse overheersers; zij hielden nooit op een leven op te offeren noch zullen zij ooit afvallig zijn tegenover het Britse Rijk. (Roohani Khazain deel 13 pag. 350).

· Vanaf mijn vroegste jeugdjaren tot heden (65 jaar oud) ben ik verloofd met mijn pen en tong om de belangrijke taak te vervullen en de harten van de moesliems te veranderen in de WARE LIEFDE, GOEDHEID én SYMPATHIE VOOR DE BRITSE REGERING én om de ideeën van JIHAD uit de harten van de stommelingen te wissen. ( Kitab-ul-Bariyah, Roohani Khazain deel 13 pag. 350).

· “Voor het welzijn van de Britse regering heb ik gepubliceerd en distribueerde ik 50.000 flyers in India en andere islamitische landen om Jihad te verwerpen met als resultaat dat honderdduizenden hun smerige ideeën hebben opgegeven aangaande de Jihad. (Roohani Khazain deel 15 pag. 114 ).

Uitleg:

Beste Soennie Broeders en Zusters,

Dit is het ware geloof van MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE en zijn AHMADI(YYAH) MOVEMENT. Zij proberen te propageren dat zij (soennie) moesliems zijn en Mirza niet als profeet accepteren, maar als mujaddid (hervormer). Uit de geschriften van Mirza blijkt dat de mensen die hem niet als profeet accepteren een ongelovige zijn. Kortom, op allerlei wijze kan aangetoond worden dat zij kafirs (ongelovigen) zijn.

Honderdduizenden moesliems hebben hun geloof verloren en zijn in de klauwen van Mirza terechtgekomen, omdat zij geen kennis hadden over de werkelijke aard van MIRZA GHULAAM AHMAD QADIANIE en zijn AHMADIYYA MOVEMENT.

Anti-islamitische machten zijn bang voor de herrijzing van de islam en de spirituele krachten van de JIHAD van moesliems. Deze westerse machten weten dat elke moesliem, die een AHMADI wordt, in aantal. een godvrezende moesliem minder is in de wereld. Mirza zegt dat elke Ahmadi moet geloven dat het concept JIHAD HARAAM is, ondanks dat daarover in de Heilige Qur’aan en Ahadith staat geschreven.

In de Heilige Qur’aan reciteren wij in hoofdstuk 2 verzen 190-193

190. En, bestrijd op het Pad van Allâh degenen die u aanvallen, maar overschrijd de grenzen niet. Waarlijk, Allâh houdt niet van grensoverschrijders.

191. En, vermoord ze waar u ze ook kunt vinden, en gooi hen eruit waar zij u uit hebben gegooid. En, Al-Fitnah (ongeloof en aanbidding van iets anders dan Allâh) is slechter dan doden. En, vecht niet tegen hen in Al-Masjid-al-Harâm (het heiligdom in Makkah), zolang zij niet eerst tegen u vechten. Maar als zij u aanvallen, vermoord ze dan. Dat is de boete van de ongelovigen.

192. Maar als zij ophouden (met vechten), dan is Allâh Meest Vergevend en Meest Genadevol.

193. En, bestrijd hen totdat er geen Fitnah (ongeloof en aanbidding van iets anders dan Allâh) meer bestaat en (alle en iedere vorm van) aanbidding is voor Allâh (alleen). Maar als zij ophouden, laat dan geen misdraging plaatsvinden behalve tegen de Az-Zâlimûn (de polytheïsten en slechteriken, etc.)

Antwoord op de gestelde vraag van dit geloofsartikel:

Nee, Mirza Ghulaam Ahmad Qadianie was GEEN MOESLIEM!

Zijn volgelingen noemen zich naar zijn namen, namelijk:

Mirza : Mirzaai

Ghulaam : Ghulaamia

Ahmad : Ahmadiyyah

Qadianie : Qadianie (een naam naar zijn geboorteplaats in India)

Tegenwoordig bedenken deze ongelovigen nieuwe sekten voor hun (valse) Profeet zoals de Lahorie groep.

AHMADI(YYAH) MOVEMENT

is een instrument van anti-islamitische heerschappij om

het geloof ‘islam’ te vernietigen, maar dit zal nooit kunnen gebeuren.

MOGE ALLAH TA’ALA HET GELOOF VAN ELKE MOESLIEM BESCHERMEN

TEGEN DE KWADE MACHTEN.

AMIEN!