Het Verchil tussen de dood van Profeten en die van andere mensen
Er bestaat geen twijfel dat iedereen moet sterven op hun vastgestelde tijd zoals beschikt isdoor Allah. Dit houdt in alle mensen inclusief profeten. Allah de Almachtige openbaart in de Heilige Qoeraan, in Soerah Al Ambiyaa, Aayat 35:
{ Ieder ziel moet de dood smaken..}
Op een andere plaats in de Heilige Qoeraan, zegt Allah de Verhevene tegen zijn geliefde en nobele Profeet Moehammad (Salallahu alaihi wassalam):
{Waarlijk, gij zult sterven en ook zij zullen sterven. Daarna zullen jullie op de dag der Opstanding bij uw Heer in twist verkeren.} Soerah Az-Zumar, Aayat 30 (en 31).
Onze Geliefde Profeet (Salallahu alaih wassalam) is geboren op maandag 12 Rabbie’ul Awwal in Makkah (Mukkaramah). Hij is heengegaan ook op maandag 12 Rabie ul Awwal in het elfde jaar na de Hidjrah in Madienah (Munawwarah).
Het is uiterst belangrijk om voor ogen te houden dat de dood van profeten niet het zelfde is als de dood van niet-profeten. Profeten zijn de besten van de mensheid en zijn niet dezelfde als gewone mensen. Allah, de Verhevene heeft hun in elke aspect beter dan de anderen geschapen. Profeten zijn menselijke wezens maar zijn uniek, en in elke aspect beter zoals karakter, moraal afkomst, kundigheid, kracht, kennis, wijsheid enz. Het is een gewoonte van ongelovigen om te zeggen dat profeten gewone mensen waren zoals zijzelf. De Heilige Profeet (Salallahu alaih wassalam) verbood het achter elkaar vasten. Toen zei een Sahabie tegen de Heilige Profeet (Salallahu alaih wassalam): “U vast (wel) achter elkaar, O RasoelalLaah?” De Heilige Profeet (Salallahu alaih wassalam) zei: “En wie van jullie is er gelijk aan mij?! Voorwaar, ik breng de nacht door terwijl mijn Heer mij laat eten en drinken.” (Sahieh Bugaariy, Kitabus-Saum, Baab al-Wisaal/Baab at-Tankiel Liman ak-tharal Wisaal.)
Door is een tijdelijke ervaring voor Profeten. Dit ondergaan ze overeenkomstig Allah’s beslissing dat elk wezen de dood moet proeven. Na hun (tijdelijke) dood, schenkt Allah profeten nieuw leven, dat geheel anders is dan het leven van deze wereld. Dit nieuwe leven is in de wereld van Barzag, die boven onze voorstellingsvermogen gaat. Barzag is de naam die gegeven is aan de tussenfase tussen iemands dood en zijn hierrijzenis.
In de wereld van Barzag zijn de profeten werkelijk levend. Echter, als we zeggen dat ze levend zijn in Barzag, dan wil dat niet zeggen dat ze niet gestorven zijn. In Barzag kunnen profeten het Gebed verrichten, zien, horen, praten, eten, drinken, en gaan waar ze willen op aarde en de hemelen. Ze hebben volledige vrijheid om te doen wat ze willen. Het enigste verschil is dat wij hun niet kunnen zien of horen, terwijl zij ons nog steeds kunnen zien en horen. Verzen van de Heilige Quran en Hadieth-overleveringen bewijzen dat de profeten levend zijn in de Barzag.
Met betrekking tot de Shuhadaa (martelaren op Allah’s pad), openbaart de Almachtige:
{En degenen die op Allah’s weg gedood worden, zegt van hen niet dat zij gestorven zijn; integendeel, zij leven, doch gij bemerkt het niet.} (Soerah al Baqarah aayat 154)
{En degenen die op Allah’s weg gedood zijn, denkt niet van hen dat zij gestorven zijn; integendeel, zij leven bij hun Heer (en) zij krijgen onderhoud. Zij verheugen zich over wat Allah hun van Zijn genade heeft gegeven, en zij verblijden zich over degenen na hen, die hen nog niet hebben ontmoet, dat er over hen geen vrees is, noch enig verdriet.} (Soerah Aali ‘Imraan, ayaat 169/170)
Ondanks dat mensen getuigen zijn van het overlijden van een Shahied (martelaar) op het slagveld, verklaart Allah, de Almachtige, duidelijk dat de Shuhadaa (martelaren) levend zijn. Hij heeft ons verboden te zeggen, sterker nog te denken dat ze dood zijn! Allah, de Verhevene, legt ons uit dat wij het leven dat zij hebben gekregen na hun dood niet kunnen beseffen. Hij openbaart dat zij “rizq” (levensonderhoud) krijgen.
Profeten hebben een hogere rang dan Shuhadaa (martelaren). Profeten zijn de hoogste en beste schepselen; er is geen enkel schepsel dat de rang van die van een profeet kan bereiken. Er zijn vele Hadieth-overleveringen over het feit dat profeten levend zijn in de Barzag.
De Sahaabie Aboe Dardaa (Radi Allahu anh) overlevert dat Allah’s Boodschapper (Salallahu alaih wassalam) heeft gezegd: Stuur vrijdags veel “Salaat” (vrede en vredesgroet) op mij, want de vrijdag is een dag waarin engelen aanwezig zijn en een ieder die op mij een vredesgroet stuurt, dan wordt dat op mij gepresenteerd totdat hij daarmee klaar is.” Aboe Dardaa (Radi Allahu anh) zegt: Ik vroeg de Profeet: En na de dood? Hij antwoordde: “Voorwaar, Allah heeft de aarde verboden om de lichamen van de profeten aan te tasten. Dus Allah’s profeten zijn levend en ze worden levensonderhoud gegeven.” (Ibn Maadjah, referentie via Mishkaat-ul-Masaabieh)
De Heilige Profeet (Salallahu alaih wasalam) vertelt dat hij op zijn reis naar Makkah naar Jeruzalem, op de nacht van Mi’raadj (hemelreis) langs het graf van Moesaa kwam en hem daar in zijn graf het Gebed zag verrichten:
De Sahabie anas (Radi Allahu anh) overlevert dat de Heilige Profeet (Salallahu alaih wasalam) heeft gezegd: “Op de nacht van de hemelreis kwam ik langs Moesaa bij de rode heuvel terwijl hij staande het Gebed aan het verrichten was in zijn graf.” (overgeleverd in Sahieh Moeslim, baab Fadaail Moesaa)
Het is belangrijk om op te merken dat de Heilige Profeet (Salallahu alaih wasalam) duidelijk verklaard heeft dat de lichaam van profeten niet worden aangetast in de aarde zoals dat het geval is met de lichamen van gewone mensen. Dus de valse bewering dat het heilige lichaam van een profeet opgelost en vermengd is met de aarde, of dat zij niets kunnen doen na hun dood, is rechtstreeks in tegenstrijd met de Qoeraan en Hadieth-overleveringen.
Er zijn vele boeken waarin Hadieth-overleveringen zijn verzameld m.b.t het leven van de Profeten. Imaam Bayhaqie, de bekende Hadieth-verzamelaar, heeft in de vorm van een boekje Hadieth-overleveringen verzameld die het leven van een Profeten bewijzen, en hij heeft dit boekje “Hayaatul Ambiyaa Fie Quboerihim” (Het levendzijn van de Profeten in hun graven) genoemd.
Imaam Djalaalud-Dien As-Suyoetie heeft ook een boekje met Hadieth-overleveringen verzameld en het Imbaa-ul Azkiyaa biHayaatilAmbiyaa genoemd, wat vrij vertaald betekent: “het berichten aan verstandige mensen over het leven van de Profeten.”
In alle Tafsier-boeken en Hadieth-uitlegboeken en Fiqh-boeken vinden wij deze aqiedah terug, de aqiedah van de Ahlus Sunnat Wal Djamaa’at over het leven van Profeten