Het Belang van een goede Sheikh
U moet hard werken om te verzekeren dat uw hart niet gesloten is van de deur van Zijn nabijheid. Wees verstandig! U komt [anders] nergens. U moet de gezelschap opzoeken van een Sheikh, die geleerd is in de hukm (oordeel) en de `ilm (kennis) over Allah (Hoog en Verheven is Hij!), en hij zal u de weg naar Hem toe laten zien. Zonder de muflih (geslaagde) te zien, kan men niet slagen. Als een persoon niet het gezelschap van de `ulemā `ummāl (geleerden die de kennis praktiseren) opzoekt, dan is hij net als een kip van een ei door de haan en de moederhen in de steek is gelaten.
Zoek het gezelschap op van diegenen die genieten van het gezelschap van de Heer van Waarheid (Hoog en Verheven is Hij!). Wat ieder van u moet doen, wanneer de nacht donker is geworden en de mensen naar bed zijn gegaan en hun stemmen stil zijn, is opstaan; wudū (rituele wassing) verrichten, twee raq’as (cycli) van de salāh (ritueel gebed) verrichten en zeggen:
“Oh mijn Heer, leid me tot één van Uw rechtgeleide dienaren die u nabij staan U, zodat hij mij naar U leidt en mij bekend maakt met Uw weg.”
De sabab (middel) is noodzakelijk. Allah (Hoog en Verheven is Hij!) was zeer zeker in staat om [Zijn dienaren] naar Hem toe te leiden, zonder [gebruik te maken van] de anbiyā (Profeten). Wees verstandig! U komt [anders] nergens. U moet zichzelf wakker schudden van uw onoplettende dwaasheid. Zoals de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) heeft gezegd:
“Als iemand volledig op zijn eigen oordeel vertrouwt, zal hij afdwalen.”
Probeer iemand te vinden die een spiegel zal zijn voor het gezicht van uw dīn (religie), net als dat u in de spiegel kijkt om het uiterlijk van uw gezicht, uw tulband en uw haar te controleren. Wees verstandig! Wat is dit voor een krankzinnige dwaasheid? U zegt: “Ik heb niemand nodig om mij te onderwijzen,” en toch heeft de Profeet (Allah zegene hem en geve hem vrede) gezegd:
“De gelovige is de spiegel van de [andere] gelovige”
Wanneer de geloofsovertuiging van een gelovige krachtig is, wordt hij een spiegel voor alle schepselen. Zij aanschouwen hun religieuze gezichten, weerspiegeld in de spiegel van zijn spraakvermogen; iedere keer ze hem zien en dichterbij komen. Wat is dit voor waanzinnigheid? Geen moment gaat voorbij zonder dat u Allah (Hoog en Verheven is Hij!) smeekt om u met meer te voorzien dan wat u al eet, drinkt, draagt, met meer seksuele gelegenheden en meer inkomen. Dit zijn geen zaken die kunnen toenemen of afnemen, zelfs u in uw smeekbede met een iedere wiens smeekgebeden worden verhoord, verenigd zou worden.
Du’ās (smeekbeden) zullen iemands voedsel niet eens met een atoom doen toenemen, noch verminderen met een atoom. Dit is een voorafgegane conclusie. U moet uw aandacht besteden aan datgene wat u is bevolen, en wegblijven van wat u is verboden. U moet zich geen zorgen maken over datgene wat met zekerheid naar u toe komt, omdat Hij u garandeert dat het naar u toe komt. Toegewezen aandelen komen aan op hun vastgestelde tijden, of ze nu zoet of bitter zijn, of u ze nu prettig vindt of niet.
De mensen (van het Pad) bereikten een staat waarin zij geen du`ā te verrichten of su’āl (verzoek) te vragen hebben. Zij smeken niet [in hun gebeden] om voordelen te verkrijgen, noch om van nadelen af te komen. Hun smeekbeden worden een kwestie betreft hun harten, soms voor hun eigen belang en soms voor de belang van alle schepsels, dus ze spreken de smeekbede uit in ghayba (zonder bewuste opzet).
Oh Allah, schenk ons goed gedrag in Uw gezelschap onder alle omstandigheden!
[Wanneer de geloofsovertuiging van de gelovige krachtig is, zullen] de sawm (het vasten), de salāh, de dhikr (het gedenken) en alle ta`āt (daden van gehoorzaamheid) een gewoonte zijn geworden, gemengd met zijn vlees en bloed. Dan zal hij onder alle omstandigheden, bescherming van Allah (Hoog en Verheven is Hij!) verkrijgen. De terughoudendheid in de hukm verlaat hem niet, [zelfs] niet voor een ogenblik, wanneer hij deze baan volgt. De wet wordt net als een schip waarop hij is, wanneer hij over de oceaan van qudra (vermogen) van zijn Heer (Hoog en Verheven is Hij!) reist. Hij reist erover totdat hij aan de kust van het hiernamaals arriveert, aan de kust van de oceaan van genade en de hand van nabijheid. Hij is dus soms in het gezelschap van schepsels, en op sommige tijden in het gezelschap van de Schepper. Zijn werk en zwoegen is met de schepsel, zijn ontspanning met de Schepper.