Argumenten voor led Milaad unNabie-viering.
Een:Het vieren van led Milaad un-Nabie is in werkelijkheid het uiten van vreugde en blijdschap voor de Heilige Profeet صلی اللہ علیہ وسلم , en dit is iets wat zelfs een
ongelovige profijt heeft bezorgd. In Sahieh Boegaarie staat dat Aboe Lahab elke maandag strafverlichting krijgt omdat hij zijn slavin Soewaibah (radiyalLaahoe ‘anhaa) uit vreugde vrijliet toen zij hem kwam berichten dat de Profeet Moehammad صلی اللہ علیہ وسلمis geboren.
Twee:
De Heilige Profeet صلی اللہ علیہ وسلم eerbiedigde zijn geboortedag en dankte Allah, de Almachtige, op deze dag voor Zijn grootse gunst op hem, dat Hij hem op aarde heeft gebracht zodat elk wezen door hem zijn gelukzaligheid verkrijgen kan. De Geliefde Profeet
صلی اللہ علیہ وسلمuitte die eerbied voor deze dag door
te vasten, zoals Aboe Qataadah overlevert dat de Boodschapper van Allah
صلی اللہ علیہ وسلمwerd gevraagd over het vasten op de maandag, waarop hij zei: “Op die dag ben ik geboren en op die dag heb ik de openbaring gekregen”, Imaam Moeslim heeft dit overgeleverd in zijn Sahiehverzameling in “Kitaaboes Siyaam”.
En dit valt onder de betekenis van het vieren ervan. De vorm (uiterlijk) verschilt alleen, maar de betekenis (inhoud) is aanwezig, ongeacht dat nu gebeurt door te vasten, door eten uit te delen, door bijeen te komen voor a. herdenking, b. het sturen van vredesgroeten
naar de Profeet صلی اللہ علیہ وسلمof c. te luisteren naar zijn voortreffelijke eigenschappen.
Drie: Blijdschap en vreugde voor de Geliefde Profeet
صلی اللہ علیہ وسلمis iets wat van ons wordt geëist door Allah, de Almachtige, die in de Heilige Qoeraan openbaart:
{Zeg: voor de gunst van Allah en Zijn genade (rahmah); laten zij zich hiervoor verheugen. Dat is beter dan al hun rijkdommen.} (Soerah Joenoes, Aajat 58)
Allah, de Almachtige, draagt ons op om ons te verheugen voor zijn genade (rahmah).
En de Heilige Profeet صلی اللہ علیہ وسلمis de grootste genade, Allah, de Almachtige, openbaart:
{En wij hebben u niet gezonden dan als een genade voor alle werelden.}
(Soerah AI-Ambiyaa 107)
Deze verklaring wordt ook gedaan door de grote Sahaabie ‘Abdullah Ibn ‘Abbaas (Radiyal Laahoe ‘anhoemaa) die tot de hooggeleerden onder de metgezellen behoorde: Aboesh Shaikh overlevert van ‘Abdullah Ibn Abbaas (Radiyal Laahoe ‘anhoemaa) over het bovenstaande Qoeraanvers: “Met Allah ‘s gunst wordt kennis bedoeld, en Zijn genade is
Moehammad صلی اللہ علیہ وسلم want Allah Ta’aala openbaart:
{En wij hebben u niet gezonden dan als een genade voor alle werelden.}
(Soerah AI-Ambijaa 1 07)”
Tot zover de verklaring van de Sahaabie ‘Abdullah Ibn ‘Abbaas (Radiyal Laahoe ‘anhoemaa).
Vreugde hebben voor de Heilige Profeet
صلی اللہ علیہ وسلمwordt geëist op elk moment. Maar vanwege de krachtige link van deze gezegende gebeurtenis (geboorte van de Proteet-) met elke maandag en elke maand Rabie’oel Awwal, wordt het uiten van vreugde op deze momenten extra benadrukt. Geen verstandig mens ontkent de krachtige verbondenheid van die gezegende gebeurtenis met deze specifieke tijden.
Vier: De Heilige Profeet صلی اللہ علیہ وسلمhield rekening met de relatie van tijd met grote voorbijgegane religieuze gebeurtenissen. Als de tijd aanbrak waarin zulke gebeurtenissen hadden plaatsgevonden, nam hij dat als gelegenheid om ze te herdenken en om die dag te eerbiedigen omdat die gebeurtenissen op die tijd hadden plaatsgevonden.
De Heilige Profeet صلی اللہ علیہ وسلمzelf heeft deze regel gemaakt zoals het duidelijk naar voren komt in een Sahieh Hadieth-overlevering waarin staat dat toen hij in Madienatoel Moenawwarah aankwam, hij de joden op de dag van ‘Aashoeraa (10edag van Moeharram) zag vastten. Toen zij hieromtrent werden gevraagd, zeiden ze dat zij die dag vasten omdat Allah hun profeet (Moesaa) op deze dag had gered en hun vijand had doen verdrinken, zij vasten dus uit dank voor Allah voor het verkrijgen van deze gunst.
Hierop zei de Heilige Profeet صلی اللہ علیہ وسلم: “Wij staan dichter bij Moesoa dan jullie”, en vastte die dag en gaf opdracht om deze dag te vasten. (Sahieh Bugaarie en Muslim). Het is nog steeds Sunnah om op deze dag te vasten.
In deze Hadieth staat een belangrijke regel; namelijk de relatie van belangrijke gebeurtenissen met de tijd waarin ze plaatsvonden.
Dus telkens met de terugkeer van dat bepaalde tijdstip, wordt die gebeurtenis herdacht zodat we Allah’ s gunsten niet vergeten, maar er juist bewust van blijven en Allah dus dankbaar blijven. Dit islamitische principe zien we ook weer terug in de volgende Aayat:
{En Wij hebben Mozes inderdaad met Onze tekenen gezonden, zeggende: “Breng uw volk uit de duisternis tot het licht en herinner hen aan de dagen van Allah.” Daarin zijn waarlijk tekenen voor een ieder, die geduldig, dankbaar is.} (Soerah Ibraahiem Aayat 5)
De bedoeling van deze Aayat is dat het volk moet worden herinnerd aan de dagen waarop Allah, de Verhevene, hun bijzondere gunsten heeft verleend etc. led-Milaad-un-Nabie-vieringen met de huidige vorm is niet verplicht, maar valt wel onder dit principe en wordt dus gewenst. En omdat er in deze led-Milaadbijeenkomsten doelen worden behaald die wél verplicht zijn, is de status van deze bijeenkomsten extra belangrijk geworden en erg gewenst.
Deze bovengenoemde Hadieth waarin de Profeet
صلی اللہ علیہ وسلمopdroeg om de dag van ‘Aashoeraa ook te vasten, heeft Amier-ul-Mu’minien in de Hadiethkennis, Haafiz Ibn Hadjar IAsqalaanie als bewijs aangevoerd voor de legaliteit van led-Milaad-vieringen, zoals in een Fatwaa van hem staat, die door Haafiz Djalaal-ud-Dien Suyoetie is overgeleverd in zijn boek “AIHaawie IiI-Fataawaa”.
“Hieruit kan worden opgemaakt dat er dankbaarheid dient te worden geuit voor datgene waarmee Allah op een bepaalde dag iemand bevoorrecht heeft, door een gunst te verlenen of door te beschermen tegen een ramp. En dat elk jaar weer op die specifieke dag dankbaarheid wordt geuit. En dankbaarheid aan Allah wordt door verschillende vormen van aanbidding behaald, zoals het doen van Sadjdah, vasten, aalmoezen geven en het reciteren van de Heilige Qoeraan. En welke gunst is groter dan de gunst van het verschijnen van deze Profeet, de Profeet der Genade op die dag.”
Vijf: Het vieren van de Milaad Sharief zet aan tot het sturen van vredesgroeten en zegeningen naar de Heilige
Profeet صلی اللہ علیہ وسلم , wat ons wordt opgedragen door Allah, de Almachtige, die in de Heilige Qoeraan openbaart:
{Voorwaar, Allah en Zijn engelen zenden zegeningen over de Profeet. 0 gij die gelooft, zendt zegeningen over hem en wenst hem veelvuldig vrede toe.} {Soerah AI-Ahzaab, Aajah 56}
En wat stimuleert tot het doen van iets wat door de Sharie I at wordt gewenst {of gevraagd} dat is dan zelf ook gewenst.
Er zijn zoveel voortreffelijkheden van het sturen van
vrede en zegeningen naar de Profeet صلی اللہ علیہ وسلمdat de pen niet in staat is hun aantal te beschrijven.
Haafiz Ibn Kathier zegt in zijn Tafsier: “De bedoeling van deze Aayat is dat Allah, de Verhevene, zijn dienaren op de hoogte brengt van wat de status van Zijn dienaar en Profeet Moehammad صلی اللہ علیہ وسلمbij Hem is in de
hoogste sferen (AI-Mala-ui A’laa), namelijk dat Hij de profeet prijst bij de 5lmuqarrab’ engelen, en dat de engelen zegeningen op hem sturen. Hierna draagt Allah, de Verhevene, de aardbewoners op om vrede en zegeningen te sturen naar de Profeet
صلی اللہ علیہ وسلمzodat de hemelbewoners {engelen}
alsook de aardbewoners {mensen en djinn} zich verenigen in het prijzen van de Geliefde Profeet
صلی اللہ علیہ وسلم
En het is ook bewezen in Sahieh-Hadieth-overleveringen dat de Geliefde Profeet صلی اللہ علیہ وسلمzichzelf alsook andere profeten heeft geprezen, en dat hij zijn volgelingen hiertoe heeft gestimuleerd, en dat zijn metgezellen hem hebben geprezen in zijn bijzijn; In Musnad Imaam Ahmad, Musannaf Ibn Abie Shaibah en AI-Mu’djam van Imaam Tabaraanie staat de volgende overlevering: “Aswad bin Sarie’ zegt: Ik zei: “0
Boodschapper van Allah صلی اللہ علیہ وسلم, Ik heb Allah geprezen met een lofprijzing en ik heb u ook geprezen met een lofprijzing. (Oftewel vrij vertaald: “Ik heb een lofdicht voor Allah gemaakt en ook één voor u”)
Allah’s Boodschapper صلی اللہ علیہ وسلمzei: “leg maar op, en begin met de lofprijzing van Allah.”
In de overleveringsketen van deze Hadieth bevindt zich ‘Aliyy bin laid bin Djad’aan die Da’ief is. Maar Hamzah bin Yusoef As-Sahmie heeft in “Taarieg-u-Djurdjaan” deze Hadieth via een andere overleveringsketen overgeleverd, namelijk van Ibn Saied al-Ashadj, die van ‘AbdusSalaam bin Harb bin ‘Auf, die van Hasan AIBasrie, die van Aswad die van de Heilige Profeet
صلی اللہ علیہ وسلم. Deze overleveringsketen is Sahieh, elke schakel is een betrouwbare thiqah van wie Sahiehoverleveringen worden genomen. ‘Auf is Ibn Abie Djamielah. Hasan Basrie heeft Aswad ontmoet en van hem Ahaadieth overgeleverd.
Het is bewezen door de Hadieth dat verscheidene Sahaabah de roem van de Geliefde Profeet
صلی اللہ علیہ وسلمhebben bezongen:
In Musnad Imaam Ahmad en in At-Taarieg van Ibn ‘Asaakir staat het gedicht van de Sahaabie ‘AbdulLaah bin Rawaahah (RadiyalLaahoe ‘anhoe) waarin hij de
Geliefde Profeet صلی اللہ علیہ وسلم lofprijst .
In Sahieh Boegaarie (Kitaabul Adab, Baab maa yadjoezu minash Shi’r) staat een Hadieth overgeleverd van de Sahaabie Salamah bin Akwa’ (radiyalLaahoe ‘anhoe) dat de Sahaabie ‘Aamir (RadiyalLaahoe ‘anhoe) ‘s nachts, tijdens een tocht waarin de Heilige
Profeet صلی اللہ علیہ وسلمsamen met de Sahaabah op weg was naar Gaibar, gedichten voordroeg.
En zo zijn er verscheiden overleveringen waarin dit voorkomt, zoals in Sahieh Boegaarie (Kitaabul Adab, Baab maa yadjoezu minash Shi’ri war Radjazi wal Hudaa-i wa maa yukrahu minhu), en in Sahieh Muslim (het eerste gedeelte van Kitaabush Shi’r).
‘Allaamah Ibn al-Athier schrijft in “Usd-ul-Ghaabah”:
“Ibnu Sierien heeft gezegd: “De dichters van de Profeet
صلی اللہ علیہ وسلمwaren 6Hassaan bin Thaabit, Ka’b bin Maalik en ‘AbdulLaah bin Rawaahah; Ka’b bin Maalik jaagde de vijanden van de Profeet صلی اللہ علیہ وسلمangst aan door middel van zijn gedichten, Hassaan legde zich toe op de afkomst van de vijand, en ‘AbdulLaah bin Rawaahah hun hun ongeloof.
De Heilige 7Profeet zijn oom, Sayyidunaa ‘Abbaas bin ‘Abd al-Muttalib (RadiyalLaahoe ‘anhumaa) zei:
“0 Boodschapper van Allah, Ik wil uw roem bezingen.”
De Boodschapper van Allah صلی اللہ علیہ وسلمantwoordde: “leg maar,” en complimenteerde hem. Sayyidunaa ‘Abbaas (RadiyalLaahoe ‘anhoe) begon toen een lofdicht voor te dragen waarin de reine stamboom van de Heilige Profeet, en zijn geboorte wordt genoemd. En dat is nu precies wat we doen in de Milaad-bijeenkomsten. Om niet te diep in detailles te treden zullen we dit gezegende lofgedicht hier niet presenteren;
Degenen die er geïnteresseerd in zijn, kunnen het vinden in “AI-Gasaa-is al-Kubraa” van Djalaal-ud-Dien as-Suyoetie, die het heeft van de Hadieth-collecties van Imaam Al-Haakim, en Imaam Tabaraanie.
Sayyidunaa Hassaan bin Thaabit (RadiyalLaahoe ‘anhoe) zegt:
“En Allah heeft de Profeet’s naam gevoegd aan Zijn naam, Wanneer de Mu-azzin vijfmaaldaags “Ik getuig” zegt.
En Hij heeft zijn naam afgeleid van Zijn eigen naam, om hem te eren,
De Heer der Troon is Mahmoed en dit is Moehammad. ”
In Usd-ul-Ghaabah en Kitaabu Sharaf i Rasoei staat dat Hassaan de Profeet aansprekend zegt:
“0 pilaar voor de steunzoekende en bescherming voor de hulpbehoevende,
En 0 toevluchtsoord, rustoord en beschermheer,
U bent de Profeet en de beste uit het nageslacht van Adam, o hij, die zo vrijgevig is als het aanspoelen van de golvende zee.
Mikaa-iel is met U, en Djibraa-iel, beiden,
Hulp voor uw ondersteuning, van de Almachtige, Heerser.
In Usd-ul-Ghaabah staat dat Sayyidatunaa ‘Aaishah (RadiyalLaahoe ‘anhaa) de Heilige Profeet
صلی اللہ علیہ وسلمbeschreef en zei:
“De Profeet was -Bij Allah- zoals Hassaan hem heeft beschreven:
“Zodra in de pikzwarte duisternis zijn voorhoofd verschijnt, Glinstert het als een brandende nachtlamp.”
Zes: De Milaad-viering bestaat ook uit het gedenken van zijn gezegende geboorte, zijn wonderen en biografie en zodat we bekend worden met hem. Zijn we soms niet opgedragen om hem te kennen en wordt er soms niet van ons geëist dat we hem navolgen en een voorbeeld moeten nemen aan zijn daden?! En dat we in zijn wonderen moeten geloven en zijn tekenen als waarheid beschouwen?! De boeken over de Milaad (die tijdens de Milaad-bijeenkomsten worden voorgelezen) behandelen al deze zaken en helpen ons dichter te brengen tot deze doelen.
In de Heilige Qoeraan worden ook de wonderen rond de geboorte van de Profeet ‘Iesoo!’ (Jezus) genoemd, in Soerah Aali-Imraan, vanaf Aayat 35. We zullen een deel ervan bekijken om de zegeningen ervan te verkrijgen:
35. Toen de vrouw van Imraan zei: “0 mijn Heer, ik wijd aan U bij gelofte wat in mijn buik is, om louter aan Uw dienst te worden opgedragen; aanvaard het daarom van mij, Gij zijt voorzeker Alhorend, Alwetend.”
36. Maar toen zij het (kind) baarde, zei zij: “0 mijn Heer, dat ik gebaard heb is een meisje”. En Allah weet het best wat zij gebaard heeft, en de zoon waarom zij vroeg is niet als het meisje. “En ik heb haar Maria genoemd en ik stel haar en haar nageslacht onder Uw bescherming tegen de vervloekte Satan.”
37. Daarom nam haar Heer haar aan op schone wijze en deed haar op schone wijze opgroeien, en Hij vertrouwde haar aan de hoede van Zacharia toe. Telkens, wanneer Zacharia bij haar binnentrad in de bidplaats, vond hij nieuw levensonderhoud bij haar. Hij zei: “0 Maria, waar hebt gij dit vandaan?” Ze antwoordde: “Het komt van Allah.” Voorzeker, Allah schenkt aan wie Hij wil zonder maat.
38Hier toen riep Zacharia zijn Heer aan. Hij zeide: “0 mijn Heer,
schenk mij van U een rein nageslacht; voorzeker, Gij zijt de Verhoorder van de bede.
39Toen riepen de engelen tot hem, terwijl hij in de bidplaats stond te bidden: “Voorzeker, Allah geeft u de blijde tijding over Johannes (Yahyaa), die een Woord van Allah zal bevestigen, en een leidsman zal zijn en voor immer kuis en een profeet uit het midden Onzer bijzonderen.
40. Hij zei: “0 mijn Heer, hoe zal ik een knaap kunnen verkrijgen, daar toch de ouderdom mij bereikt heeft en mijn vrouw onvruchtbaar is?” Hij zei: “Zo doet Allah wat Hij wil.”
41. Hij zei: “0 mijn Heer, stel voor mij een teken.” Hij zei:
“Uw teken is, dat gij drie dagen lang niet tot de mensen zult spreken, tenzij met gebaren. En gedenk uw Heer vaak; en prijs Hem ‘s avonds en ‘s morgens.”
42. En toen de engelen zeiden: “0 Maria, Allah heeft u waarlijk uitverkoren en u degelijk gereinigd en u heden boven de vrouwen der werelden uitverkoren.”
43. “0 Maria, sta in nederigheid voor uw Heer en werp u neder voor Hem en buig met degenen, die buigen.”
44. Dit zijn de tijdingen der verborgenheid, die Wij u openbaren. En gij waart niet bij hen, toen zij hun pennen neerwierpen om uit te maken wie de zorg voor Maria zou nemen, noch waart gij bij hen, toen zij twistten.
45. En gedenkt toen de engelen tot Maria zeiden: “0 Maria, Allah geeft u de blijde tijding met een Woord van Hem, (over iemand), wiens naam is de Messias, Jezus, zoon van Maria, geëerd in deze wereld en in het Hiernamaals, en een nabijgestelde.
46. En hij zal tot de mensen spreken in de wieg en op hoge leeftijd, en hij zal behoren tot de bijzonderen.
47. Zij zei: “0 mijn Heer, hoe zal ik een kind kunnen verkrijgen, daar toch geen persoon mij heeft aangeraakt?” Hij zei: “Zo schept Allah, wat Hij wil; wanneer Hij een zaak beslist, zegt Hij daartoe slechts:
“Wordt” en ze wordt onmiddellijk.
48. En Allah zal hem het Boek en de Wijsheid en de Thora en de Indjiel onderwijzen.
49. En hij zal een boodschapper voor de zonen Israels zijn, zeggende: “Ik ben tot u gekomen met een teken van uw Heer; Ik zal u uit klei de vorm van een vogel maken, dan adem ik daarin en hij zal onmiddellijk een
vogel worden, door Allah’s wil. En ik genees de blindgeborenen en de melaatsen en doe de doden herleven door Allah’s wil. En ik deel u mede, wat gij zult opslaan. Voorzeker, in deze zaken zijn voor u een groot teken, indien gij gelovigen zijt.”
Deze verzen gaan nog verder, en indien iemand er belangstelling naar heeft, kan men ze lezen in Soerah AaH Imraan vanaf Aayat 35.
Hierin wordt de Milaad (geboorte) van de Profeet lesaa (Jezus) vrede zij met hem uitgebreid verteld.
Ook in Soerah Maryam openbaart de Almachtige de gebeurtenissen rond de Milaad (geboorte) van Sayyidunaa lesaa (Jezus) ‘alaihis Salaam. Wederom zullen we ze, omwille de barakah ervan, opnoemen. Allah, de Heer der werelden, openbaart in Soerah Maryam vanaf Aayat 1 6:
16. En vermeld Maria in het Boek. Toen zij zich van haar huisverwanten terugtrok naar een plaats in de oostelijke richting.
17. Derhalve hield zij zich daar voor hen verborgen.
Toen zonden Wij tot haar 120nze Geest; hij verscheen aan haar in de gestalte van een volmaakt menselijk wezen.
18. Zij zei: “Ik neem mijn toevlucht tot de Barmhartige tegen u, indien gij vrees voor God heeft.”
19. Hij zei: “Ik ben slechts een gezondene van uw Heer, opdat ik u een reine zoon moge schenken .. ”
20. Zij zei: “Hoe zal ik een zoon verkrijgen, daar toch geen mens mij heeft aangeraakt, noch ben ik een kwaad bedrijver. ”
21. Hij zei: “Het zij zo; uw Heer heeft gesproken: Het is Mij gemakkelijk; en opdat Wij hem tot een teken voor de mensen mogen maken, en een genade van Ons. En deze zaak is reeds besloten.”
Dan droeg Maria hem in de baarmoeder; dan liep zij met hem weg naar een afgelegen plaats.
23. Toen deden de geboorteweeën haar komen tot de stam van een dadelpalm. lij zei: “0, ware ik toch voordien gestorven en in de vergetelheid geraakt.
24. Toen riep hij (Djibraa-iel) haar van beneden toe:
“Treur niet, voorzeker uw Heer heeft een beek beneden u doen ontstaan;
25. En houd de stam van de dadelpalm vast en schud hem naar u toe; er zullen verse rijpe dadels op u vallen.
26. Dus, eet en drink en koel uw oog. Wanneer gij dan iemand ziet, zeg dan: “Ik heb vandaag de Barmhartige gelofte gedaan te vasten; daarom zal ik vandaag voorzeker tot niemand spreken.”
27. Toen kwam zij met hem in de schoot tot haar volk. lij zeiden: “0 Maria, gij hebt iets zeer kwaads gedaan.”
28. “0 zuster van Haroen, uw vader was geen slecht man, noch was uw moeder een kwaad bedrijver. ”
29. Daarop wees Maria naar het kind. lij zeiden: “Hoe kunnen wij spreken tot iemand, die een kind in de wieg is?”
30. Het kind zei: “Ik ben Allah’s dienaar. Hij heeft mij het Boek gegeven en mij tot een profeet gemaakt”; 31. En Hij heeft mij gezegend, waar ik ook ben; en Hij heeft mij het gebed en de lakoot zolang ik leef opgedragen,
32. En dat ik goed moge doen jegens mijn moeder. En Hij heeft mij noch een geweldenaar noch een rampzalig mens gemaakt.
33. En vrede zij over mij op de dag dat ik geboren werd en op de dag dat ik sterf en op de dag waarop ik ten leven word opgewekt.”
Dit is Jezus, de zoon van Maria, (dit is) de waarheid, waaraan wordt getwijfeld. (Soerah Maryam)
In deze Heilige Verzen zien we de geschiedenis van de geboorte van de Profeet lesaa (Jezus, vrede zij met hem) beschreven staan, alsook de wonderen die zich toen hebben voorgedaan. Dit is ook precies wat er op de geboortedag van de Leider der Profeten
Moehammad صلی اللہ علیہ وسلمwordt gedaan tijdens led-Milaad-un-Nabie-bijeenkomsten.
Laten we nog even Aayat 33 aandachtig bekijken, hierin openbaart Allah, de Verhevene, de uitspraak van de Profeet lesaa (Jezus) vrede zij met hem:
{En vrede zij over mij op de dag dat ik geboren werd en op de dag dat ik sterf en op de dag waarop ik ten leven word opgewekt.}
In deze Aayat zegent de Profeet lesaa zichzelf voor zijn geboortedag.
De geboorte van onze Geliefde Profeet صلی اللہ علیہ وسلمis veel belangrijker en een grotere gunst, wat dus inhoudt dat het gedenken en vertellen van het bijzondere geboorteverhaal van onze Profeet nooit verboden kan zijn, maar juist erg zegenrijk.