In dit artikel worden de valse beweringen van de misdadegiers weerlegd, die zeggen dat het ongeloof is om te zeggen: “Allah Ta’ala en Zijn Heilige Profeet Salallahu alaih wasalam weten het beter.” Zij zeggen ook, dat de kennis van de Heilige Profeet Salallahu alaih wasalam gelimiteerd is, omdat verzen zoals Aief Laam Miem en Yasien alleen bij Allah Ta’ala bekend zijn, Zij vragen: “Waren de christenen niet gedwaald, omdat zij dezelfde fout maakten door de Profeet Hazrat Isaa Alaihisalam te vergelijken met Allah Ta’ala?” (dit is een retorische vraag, want zij trachten het aan zien van Hazrat ‘isaa alaihis salaam te beschadigen.).
Ook beweren zij dat alle authentieke en beschikbare boeken van tafsier (uitleg), fiqh (jurisprudentie) en fatawa (juridische antwoorden op zaken) de woorden “Wallaahu A’ lamu” (Allah weet het beter) bevatten en dat nergens de woorden ‘Allah en Zijn Rasoel weten het beter’ gevonden kan worden
Met onderstaande ahadith worden bewijzen geleverd, dat het
daadwerkelijk de soennat is van de Sahabah Ikraam radi Allaho anhoem
om te zeggen, ‘Allah en Zijn Rasoel weten het beter’:
1. Niet alleen is het soennat van de Sahabah Ikraam om bovenstaande
uitingen te gebruiken, maar de Heilige Profeet Mohammed Salallahu alaih wasalam
heeft nooit en te nimmer bovenstaande bewering verworpen, nadat hij het had gehoord. Daarom betekend het dat de Heilige Profeet Salallahu alaih wasalam bovenstaande bewering heeft goedgekeurd.
2. Hazrat Umar Ibn Khattab radi Allaho anho zei: “Op een dag zaten wij in het hof van de Heilige Profeet Salallahu alaih wasalam toen voor ons een man verscheen, extreem gekleed in witte kledij met pikzwarte haren. Er viel geen enkele teken op van een vermoeide reis op hem waar te nemen en niemand van ons kende hem. Vervolgens ging hij zitten, heeldicht bij de Heilige Profeet Salallahu alaih wasalam .
Hij schoof zo dicht bij de Heilige Profeet Salallahu alaih wasalam , dat zijn knieën de knieën van de Heilige Profeet Salallahu alaih wasalam raakten, daarna legde hij zijn handpalmen op zijn dijen en zei: “O Mohammed, informeer mij over de islam”.
Hij Salallahu alaih wasalam zei:”Islam vereist, dat u verklaart dat er géén god is dan Allah en dat Mohammed Zijn Boodschapper is, verder dat namaaz (gebed), zakaat (armenbelasting), saum (vasten in de maand Ramadaan) en hadj (pelgrimstocht) naar het Huis (Ka’bah) worden voldaan als u de middelen daarvoor (hadj) heeft.
Hij (de onbekende man) zei: “U hebt de waarheid gesproken “. Wat was zo verbazingwekkend, dat hij zelf de vraag stelt en zelf zegt dat het de waarheid is?
Hij (de onbekende man)
zei: “Informeer mij over Imaan”. Hij Salallahu alaih wasalam zei: “U moet eveneens uw geloofsovertuiging hebben in Allah, Zijn engelen, Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, in het Hiernamaals en in het Goddelijke Decreet tot goed en kwaad”. Hij
zei: “U hebt de waarheid gesproken.”
Hij (de onbekende man) zei vervolgens: “Informeer mij over Ihsaan”.
Hij Salallahu alaih wasalam zei: “Ihsaan is dat u Allah aanbid alsof u Hem ziet,
(weet) dat Hij u in feite altijd ziet.”
Hij (de onbekende man) zei: “Informeer mij over het (Laatste) Uur.”
Hij Salallahu alaih wasalam zei: “Degene die over de Qiyamah vraagt weet niet meer dan degene aan wie wordt gevraagd (dit betekend dat u net zoveel weet als ikzelf).”
Hij (de onbekende man) zei: “Vertel enkele van de gebeurtenissen.”
Hij Salallahu alaih wasalam zei: “Slavinnen (draagmoeders) zullen kinderen baren voor hun meesteressen, u zult blootvoetigers vinden, berooiden en herders die zich in gebouwen (paleizen) zullen verlustigen.” Toen ging de vraagsteller weg en ik bleef lange tijd bij de Heilige
Profeet Salallahu alaih wasalam. Hij vroeg toen aan mij: “Umar, weet
je wie die vraagsteller was?” Ik zei: “ALLAHO WA RASOELO HU
A’LAMU (Allah en Zijn Boodschapper weten het beter).” Hij Salallahu alaih wasalam
zei: “Hij was Jibra-iel (Gabriel), hij kwam om jou en jouw
godsdienst van instructie te voorzien.” Sahih Muslim; Mishkaat
3. Ibn Abbas radi Allaho anho verhaalde, dat een delegatie van de stam
van Abdul Qais bij de Boodschapper Salallahu alaih wasalam van Allah Ta’ala
kwam. Allah’s Boodschapper Salallahu alaih wasalam vroeg: “Wie zijn die mensen
of van wie is de delegatie (gevormd).” Zij zeiden: “(De delegatie) van
Rabi’a”. Hij Salallahu alaih wasalam zei: “Welkom aan de mensen of delegatie,
dat jullie naar ons zijn gekomen zonder enige schaamte of gevoel van
schande.” Zij zeiden: “Allah’s Boodschapper, wij vonden het
onmogelijk voor ons om naar u te komen, maar in de heilige maanden
(voor) tussen ons en u is een stam ongelovigen, genaamd Mudar. Geef
ons een beslissende opdracht, welke wij aan hen achter ons kunnen
navertellen en wij naar het Paradijs kunnen gaan”, ook vroegen zij
hem (Salallahu alaih wasalam ) over drank. Hij gaf instructie aan de
gasten om vier dingen te doen en verbood ze (uit vier dingen). Hij Salallahu alaih wasalam
beveelde hen om geloof te hebben in Allah, de Eenheid.
Hij Salallahu alaih wasalam vroeg ‘weten jullie wat het betekend om geloof te
hebben in Allah?” Zij antwoordden: “ALLAHO WA RASOELO HU
A’LAMU (Allah en Zijn Boodschapper weten het beter).” Sahih
Bukhari; Mishkaat
4. Drie punten kunnen van bovenstaande ahadith gedestilleerd worden,
namelijk:
• Het is inderdaad de soennat van de Sahaba Ikraam radi Allaho
anhoem om te zeggen: “Allah en Zijn Rasoel weten het beter”.
Degene die zeggen: “Allah en Zijn Rasoel weten het beter”, volgen
de voetsporen van de Sahaba Ikraam radi Allaho anhoem en zijn
de waarheid en echte soennies. Rasoeloellah Salallahu alaih wasalam zei:
“Degene die mijn voetstappen en de voetstappen van mijn Sahaba
volgen zijn de enige Jama’at die Genade gaan krijgen.”
• Als het Shirk was om te zeggen “Allah en Zijn Rasoel weten het
beter” dan is de logica, dat het volgen door de hele Ummah van
Rasoeloellah Salallahu alaih wasalam , inclusief de Heilige Profeet Salallahu alaih wasalam
zelf Mushriks (Allah verbied!) zou worden. De reden om dit te
zeggen is, dat Rasoeloellah Salallahu alaih wasalam deze bewering (Allah en
Zijn Rasoel weten het beter) had gehoord van de Sahabah radi
Allaho anhoem en geen afkeuring aan hen heeft laten blijken. Het
is zelf Shirk om met Shirk eens te zijn. Het zal betekenen, dat als
de Sahaba Ikraam radi Allaho anhoem dit uitte ‘Shirkia vonnis’,
dan zouden alle mensen die geleerd, gelezen, gehoord en gedacht
hebben over deze ahadith Mushriks (Allah verbied!) zijn
geworden. Het zou ook betekenen, dat zelfs degene die geloven in
de correctheid van deze ahadith eveneens Mushriks waren
geworden of zouden worden.
5. Wij zeggen niet, dat de kennis van Rasoeloellah Salallahu alaih wasalam
onbegrensd is. Allah Ta’ala gaf de kennis van de hele schepping aan
zijn geliefde Rasoel Salallahu alaih wasalam . De hele schepping is gelimiteerd,
daarom wordt begrepen dat de kennis van schepping ook gelimiteerd
is. Vandaar dat wij eens zijn, dat de kennis van Nabi (Salallahu alaih wassalam)
gelimiteerd is tot de hele schepping. Allah’s Kennis is ongelimiteerd,
dus is er geen vergelijking tot de kennis van Nabi (salallahu alaih wasalam) en de
ongelimiteerde Kennis van Allah Ta’ala. Daarom zegt de Ahle Sunnah
Wal Jama’at, dat de bewering dat de kennis van Rasoeloellah (salallahu alaih wasalam)
gelijk is aan de Kennis van Allah Ta’ala, een louter leugen
en ongefundeerde beschuldiging is.